De grond voor de oeverzwaluwand is afkomstig van de gracht rond de boerderij
Op het erf van de Boelemaheert bij Loppersum is een bestaande grondwal omgevormd tot oeverzwaluwwand. De werkzaamheden zijn uitgevoerd in opdracht van erfeigenaar en veehouder Evert Smink. Ecologisch tuinadviseur Janneke Aué bedacht het ontwerp van de oeverzwaluwwand en coördineerde de uitvoering. Aanleg van de oeverzwaluwwand is mogelijk gemaakt dankzij een subsidie uit het biodiversiteitsfonds van Wierde & Dijk. De oeverzwaluwwand is een broedgelegenheid voor de oeverzwaluw (Riparia riparia). --- meer foto's in fotogalerij
Oeverzwaluwen zijn kenmerkende vogels van open terreinen met aanwezigheid van zoet water. Het broedhabitat voor de vogels moet aan twee belangrijke voorwaarden voldoen, dit betreft de aanwezigheid van een kale zandige of lemige steilwand (waarin de nestholen uitgegraven kunnen worden) en er moeten flinke aantallen muggen en andere insecten rondvliegen. Oeverzwaluwen overwinteren in de Sahel-regio in Afrika.
De Nederlandse broedpopulatie bedraagt de laatste jaren circa 18.000 – 25.000 vogels per jaar. Het aantal broedende oeverzwaluwen kan per jaar sterk variëren. De grote verschillen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de omstandigheden in de Sahel (lage overlevingskans door extreme droogte aldaar) en de beschikbaarheid van steilwanden in Nederland als gevolg van graaf- en bouwactiviteiten.
Veehouder Smink heeft de oeverzwaluwwand laten aanleggen om de biodiversiteit op zijn erf te vergroten. Deze gedachte sluit aan op de visie die Wierde & Dijk heeft ten aanzien van boerenerven en is ook de reden geweest dat de agrarische natuurvereniging hiervoor subsidie beschikbaar heeft gesteld. Tijdens een veldinspectie eind april werden de eerste zwaluwen al in de nabijheid van de oeverzwaluwwand gezien